Maskerade oogst bewondering
Afgelopen weekend speelde toneelgroep Maskerade uit Uithoorn drie voorstellingen van het toneelstuk met de intrigerende titel Roet. Een verrassend sterk stuk van de jonge Nederlandse auteur Peter Aten. Roet heeft alles: interessante (mooie) personages, mensen van vlees en bloed; een goed, vlot geschreven verhaal, een goede opbouw en structuur en een verrassend einde. De thematiek in het stuk is heel herkenbaar: wrikkende relaties, Alzheimer, euthanasie, smetvrees, ADHD, kinderloosheid. Ondanks deze schijnbare overload aan zware thema’s is het stuk nergens zwaar, integendeel het is met veel humor doorspekt, waardoor het zeer genietbaar is.
We zien een familie, twee zussen en een broer en hun partners, bijeen op een vakantiebungalowpark. Moeder Elisabeth – die aan de ziekte van Alzheimer lijdt – wordt 85 en dat moet gevierd worden. Althans, dat heeft Rita, de oudste dochter, verordonneerd en de rest heeft zich daar tegen wil en dank aan onderworpen. Het is de kiem voor een gezellig weekendje (maar niet heus). De toon wordt direct gezet. Rita en Harm arriveren als eersten. In hun identieke trainingspakken zijn zij een treurige variant van Henk en Lucy van Dalen van Koot en Bie. Alleen al het in de bungalow naar binnen zeulen van moeder in haar rolstoel levert enorm veel frustratie (en hilariteit) op. Rita laat zich direct kennen als een gefrustreerde huistiran die alles en iedereen afblaft. Haar goede bedoelingen verdrinken in verdriet en onvermogen. Haar ongewilde kinderloosheid zet zij om in een verstikkende zorgzaamheid. (Zichzelf overschreeuwend, verliest zij zich in het in een verstikkende zorgzaamheid botvieren van haar ongewilde kinderloosheid.) In haar moeder Elisabeth ziet zij met angst en beven haar voorland. De rol van Rita werd in haar machteloze regelzucht en angst voor de toekomst prachtig neergezet door Margriet Slurink. Als zij aan het einde van het stuk in alle eenzaamheid tot inzicht komt, is de ontroering bij het publiek voelbaar. Haar man Harm laat zich ‘om de lieve vrede’ koeioneren. Nico Tijsterman speelde deze rol meesterlijk. In elke blik, stembuiging en gebaar raak; subtiel tot op de vierkante millimeter. Als uiteindelijk ook de anderen gearriveerd zijn, ontrolt zich in volle kracht het menselijk tekort van elkaar echt willen en kunnen bereiken. Sophie, in therapie voor haar smetvrees, heeft zich zonder haar partner Louis, van wie ze tijdelijk gescheiden leeft, maar mét haar ADHD-zoontje Tjoram, naar dit weekend gesleept. Het snijdt je door de ziel haar psychische nood te zien en hoe zij dapper en wanhopig doorploetert, leunend op het wankele feit dat haar therapeut Woerdeman haar voorhoudt dat het ‘echt veel beter’ met haar gaat. Manon Custers maakte van deze rol een prachtige creatie: aangrijpend en beklagenswaardig. Geheel onverwacht maakt toch ook Louis zijn opwachting. Zich verschuilend achter de uitdossing van een entertainmentclown drijft hij Sophie tot wanhoop. Theo Baas maakte van de rol van Louis een mooie, (maar) deerniswekkend bedroevende clown en dito echtgenoot. Samen worstelen Sophie en Louis zich een weg door het weekend heen.
Het derde stel is Piet en Ellie (Pié en Ellen, corrigeert Ellie consequent). Piet is het type zakenman; directeur van het familiebedrijf en middenin een identiteitscrisis. Hij baalt van zijn werk maar ontleent er nog wel zijn status aan. Gedurende het weekend komt hij er door het contact met Tjoram achter dat hij ‘het kind in zichzelf’ is kwijtgeraakt. De rol van Piet werd aanstekelijk licht gespeeld door Joost Wagemaker. Zijn hunkering ook ‘s ’n keer een bandje te mogen plakken was van een aandoenlijke schoonheid. Ellie kan Piets getob maar matig waarderen: zij huldigt het principe: “Het gaat er niet om wie je bent, maar wie je kent”. Voor haar is het weekend één helse verschrikking. Zij voelt zich totaal misplaatst tussen de aangetrouwde familieleden die het ophouden van de schone schijn tot kunst hebben verheven. Ellie is de katalisator van de gebeurtenissen. Zij zet de boel voortdurend op scherp. Ze spreekt Rita keihard aan op haar bazigheid en op haar egoïstische motieven om dit weekend door te drukken onder het mom: ‘voor Moeder’, tergt Sophie met haar smetvrees, verleidt en passant Louis en zet Piet voor het blok dat als hij het directeurschap eraan geeft, zij hem opvolgt. Esther Meijer zet Ellie (El-len!) messcherp neer als een stadse ‘classy lady’, tip-top verzorgd en ook op die manier schril afstekend tegen de rest van de fletse familie. Feitelijk is Ellie de enige die zich het lot van moeder Elisabeth werkelijk aantrekt, ongegêneerd de vinger op de zere plek durft te leggen en er de anderen op aanspreekt of alle bedoelingen wel echt zo respectvol zijn als wordt voorgegeven. Of moeder niet slechts het weekendalibi is en niets meer dan dat. Tjoram (door Ellie telkens verhaspeld tot Tjamro of Ramtjo) is de continu aanwezige handenbinder die we echter nooit te zien krijgen. Een heerlijke ‘off-side running gag’.
De vrijwel woordloze rol van Elisabeth werd huiveringwekkend mooi gespeeld door Tonny Jansen. Fijnzinnig en bewonderenswaardig. Niets te veel en niets te weinig. Diverse toeschouwers zeiden na afloop in Elisabeth hun eigen moeder te hebben herkend. Een mooier compliment kun je je niet voorstellen. Het moment waarop bij Elisabeth weer heel even ‘het licht aangaat’ en zij Louis herkent was ontroerend mooi.
Als Sophie, door niemand opgemerkt, alle pillen van moeder slikt en moeder, alleen opgemerkt door Ellen, haar laatste adem uitblaast, lijkt de grond voor het verplichte samenzijn ineens vervallen te zijn en vlucht iedereen spoorslags het bungalowpark uit, Rita alleen achterlatend met haar wanhoop. Een betere illustratie van het menselijk tekort elkaar wezenlijk te bereiken, was er niet! Een bitter einde dus, van een stuk dat weinig mededogen ademt. En toch klonk veelvuldig de bevrijdende lach van het publiek om de vele hilarische momenten. En dat is knap! Mooi dat er zulk goed Nederlandstalig toneel wordt geschreven. Prachtig dat er gezelschappen zijn die het op het repertoire durven nemen.
Monique Greveling maakte met Roet haar regiedebuut bij Toneelgroep Maskerade.
Heel zuiver en precies geregisseerd, met mooi uitgewerkte personages en een perfecte balans tussen ernst en luim, maakte zij samen met haar spelers een indrukwekkende voorstelling die haar vakvrouwschap meer dan bewijst.
Zoals altijd bij Maskerade waren alle ondersteunende randvoorwaarden onopvallend en adequaat ingevuld: decor, licht en geluid, kleding en grime, rekwisieten. Die zijn noodzakelijk en functioneel en ze moeten dus vooral niet opvallen. En dat deden ze. Uitstekend dus.